Gezichtsvorm-test


Het juiste kapsel

Bepaal je gezichtsvorm en het kapsel dat daar het beste bij past.

Hoe bepaal je de vorm van je gezicht?

  • Ga voor de spiegel zitten en haal het haar met een haarband of speldjes uit je gezicht.
  • Kijk goed naar je gezicht. Volg de omtrek van je gezicht en kijk wat voor vorm het heeft.

 

  • Stel jezelf de volgende vragen:
  1. Wat is breder, je kaaklijn of je voorhoofd?
  2. Zit er een groot verschil tussen de lengte en de breedte van je gezicht?
  3. Steken je jukbeenderen een beetje uit?
  4. Zitter er hoekige vormen aan je gezicht?
  • Check daarna onderstaand lijstje en bepaal je gezichtsvorm en het kapsel dat daar het best bij past.

 

        Ovaal

Een ovaal gezicht is ter hoogte van de jukbeenderen iets breder dan bij het voorhoofd en de kaaklijn. Naar de kin toe wordt het gezicht iets puntiger. Een ovaal gezicht wordt ook wel het ideale gezicht genoemd, omdat hier niets gecamoufleerd hoeft te worden.

Doen:

  • Bij deze gezichtsvorm staan vrijwel alle kapsels mooi.

 

        Vierkant

Een vierkant gezicht heeft een breed voorhoofd en een brede kaaklijn.

Doen:

  • Kies geen kapsels met volume aan de zijkant.
  • Kies niet voor krullen: die verbreden het gezicht.
  • Kapsels met ronde vormen staan je goed.
  • Een pony of asymmetrische lok.
  • Fohn jelokken ter hoogte van je wangen een beetje naar binnen: je gezicht lijkt dan minder hoekig.
  • Je gezicht lijkt langer als je kiest voor een kapsel met meer volume boven op je hoofd.
  • Is je gezicht vierkant maar ook smal, dan zijn krullen wel weer mooi. Je hoofd lijkt dan iets breder.

 

         Lang

Een lang gezicht heeft vaak een hoog voorhoofd en is smal.

Doen:

  • Probeer je gezicht iets breder te laten lijken door je haar in laagjes te laten knippen of de krul erin te zetten.
  • Volumemousse in je haar voordat je het fohnt kan helpen om aan de zijkant meer volume in je haar te krijgen.

 

          Rond

Deze gezichtsvorm heeft geen scherpe hoeken. Meestal is het gezicht bij de jukbeenderen iets breder.

Doen:

  • Kapsels met laagjes.
  • Vermijd volume aan de zijkant, daarmee lijkt je gezicht boller.
  • Strakke lijnen en piekjes maken je gezicht minder rond.

 

           Driehoekig

 

Een driehoekig gezicht heeft een smal voorhoofd en een brede kaaklijn.

Doen:

  • Zorg dat het volume vooral boven op je hoofd ligt en niet rond de kaaklijn.
  • Korte kapsles staan je mooi.
  • Wil je lang haar, laat dan een pony of asymmetrische lok knippen.

Hartvormig

Bij een hartvormig gezicht heb je een breed voorhoofd en een smalle kaaklijn en kin.

Doen:

  • Laat je gezicht bij de kaak en de kin wat breder lijken door je haar in laagjes te laten knippen.
  • Ook met krullen maak je je kaak en kin wat breder.
  • Kies niet voor een kapsel met veel volume aan de bovenkant, daarmee oogt de bovenkant van je hoofd nog breder.